- 1
- De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van de artikelen 10, 11 en 12 regelen.
- 2
- De bevoegde autoriteiten van elk van de Staten kunnen, in overeenstemming met het gebruik van die Staat, uitvoeringsvoorschriften vaststellen die nodig zijn om de overige bepalingen van dit Verdrag uit te voeren.
- 3
- Het is wel verstaan, dat:
-
- a.indien een inwoner van Nederland volgens de bepalingen van dit Verdrag is vrijgesteld van of recht heeft op vermindering van Deense belasting, een soortgelijke vrijstelling of vermindering van toepassing is op de onverdeelde boedel van een overledene, voor zover een of meer van de verkrijgers een inwoner van Nederland is;
- b.voor de toepassing van artikel 23, Deense belasting op de onverdeelde boedel van een overledene, voor zover de inkomsten opkomen aan een verkrijger die inwoner van Nederland is, wordt beschouwd als belasting op inkomsten of op vermogen van zulk een verkrijger.