Het bedrag van de in artikel 26 bedoelde uitkering wordt berekend naar evenredigheid van de verhouding tussen de duur van de door de overledene na het bereiken van de 15-jarige leeftijd en voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd krachtens de Nederlandse wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken en het tijdvak gelegen tussen de datum waarop de overledene de 15-jarige leeftijd bereikte en de datum van zijn overlijden, maar uiterlijk de datum waarop de overledene de 65-jarige leeftijd bereikte.