Wanneer een persoon op wie dit Verdrag van toepassing is, op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid gevolgd door invaliditeit is ontstaan, onderworpen was aan de wetgeving van de Republiek Cyprus en hij recht had op een Cypriotisch invaliditeitspensioen, en wanneer de betrokkene daarvoor een verzekeringstijdvak van in totaal ten minste twaalf maanden heeft vervuld krachtens de Nederlandse wetgeving inzake invaliditeitverzekering, heeft deze persoon recht op een uitkering uit hoofde van de laatstbedoelde wetgeving, berekend volgens de regels van artikel 22.