- 1
- Het is ter zake van dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel a van het Verdrag, die door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat worden betaald aan een lichaam dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, wel te verstaan dat, niettegenstaande de bepalingen van artikel XI van dit Protocol, indien volgens de van kracht zijnde wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat belastingheffing over die dividenden wanneer zij worden betaald aan een natuurlijk persoon, in de andere Verdragsluitende Staat leidt tot een lagere belastingdruk dan de belastingdruk op dividenden in de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat, de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat belasting mag heffen tegen een tarief dat tezamen met het belastingtarief geheven over de dooruitgedeelde dividenden door de andere Verdragsluitende Staat, niet meer bedraagt dan 15 percent van het bruto bedrag van de dividenden. Deze belasting zal worden geheven bij wijze van een aanslag opgelegd door Nederland aan het lichaam dat de bovengenoemde dividenden heeft ontvangen.
- 2
- Het is voorts echter wel te verstaan dat de bepalingen van het bovenstaande eerste lid niet van toepassing zijn indien de dividenden worden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam is dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en:
-
- a.het kapitaal van het lichaam dat de dividenden ontvangt uiteindelijk uitsluitend wordt gehouden door de Regering van de andere Verdragsluitende Staat, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan; of
- b.aandelen in dat lichaam regelmatig worden verhandeld op een aandelenbeurs van de andere Verdragsluitende Staat; of
- c.het lichaam dat de dividenden ontvangt zich bezighoudt met actieve handels- of bedrijfsuitoefening in de andere Verdragsluitende Staat.
- 3
- Indien een lichaam niet voldoet aan een van de voorwaarden die zijn neergelegd in het bovenstaande tweede lid, zijn de bepalingen van het bovenstaande eerste lid ter zake van dat lichaam ook niet van toepassing, indien door de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten, in overstemming met artikel 27 van het Verdrag, in onderling overleg is vastgesteld dat dat lichaam niet hoofdzakelijk is opgericht in of wordt aangehouden in de andere Verdragsluitende Staat om de voordelen van artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag of artikel XII van dit Protocol zeker te stellen en mits het lichaam dat de dividenden ontvangt inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is.