Responsive image

Artikel 29 Bijstand bij invordering

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 29 Bijstand bij invordering

    1
  • De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten nemen op zich elkaar hulp en bijstand te verlenen bij de invordering van de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is, met inbegrip van de op deze belastingen betrekking hebbende rente, boetes wegens te late betaling en boetes van niet-strafrechtelijke aard.
    2
  • Op verzoek van de verzoekende Staat vordert de aangezochte Staat belastingvorderingen van de eerstgenoemde Staat in overeenkomstig de wetgeving en de administratieve praktijk met betrekking tot de invordering van zijn eigen belastingvorderingen. Deze vorderingen genieten echter geen voorrang in de aangezochte Staat en kunnen niet worden ingevorderd door middel van het in hechtenis nemen wegens schuld van de schuldenaar. De aangezochte Staat is niet verplicht invorderingsmaatregelen te nemen waarin de wetgeving van de verzoekende Staat niet voorziet.
    3
  • De door de bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat ingevolge dit artikel ingevorderde bedragen, worden overgemaakt aan de bevoegde autoriteit van de andere Verdragsluitende Staat binnen een tijdvak van een maand na de datum van invordering.
    4
  • De bepalingen van het tweede lid zijn slechts van toepassing op belastingvorderingen die onderwerp zijn van een executoriale titel in de verzoekende Staat en die, tenzij anders overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten, niet worden bestreden.
  • Indien de vordering echter een belastingverplichting betreft van een persoon die geen inwoner van de verzoekende Staat is, is het tweede lid slechts van toepassing indien de vordering niet langer kan worden bestreden, tenzij anders overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten.
    5
  • De aangezochte Staat is niet verplicht het verzoek in te willigen:
    • a.indien de verzoekende Staat niet alle op zijn eigen grondgebied beschikbare middelen heeft aangewend, tenzij aanwending van die middelen zou leiden tot onevenredige moeilijkheden;
    • b.indien en voor zover hij de belastingvordering in strijd acht met de bepalingen van dit Verdrag of met enig ander verdrag waarbij beide Staten partij zijn.
    6
  • Het verzoek om administratieve bijstand bij invordering van een belastingvordering gaat vergezeld van:
    • a.een verklaring dat de belastingvordering een belasting betreft waarop het Verdrag van toepassing is en dat aan de voorwaarden van het vierde lid van dit artikel is voldaan;
    • b.een officieel afschrift van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Staat;
    • c.ieder ander document dat vereist is voor invordering;
    • d.indien van toepassing, een gewaarmerkt afschrift van een op de belastingvordering betrekking hebbende beslissing genomen door een administratief lichaam of een openbare rechterlijke instantie.
    7
  • Op verzoek van de verzoekende Staat neemt de aangezochte Staat met het oog op de invordering van een belastingbedrag conservatoire maatregelen, zelfs indien de vordering wordt bestreden of nog niet invorderbaar is, voor zover dit is toegestaan volgens de wetgeving en de administratieve praktijk van de aangezochte Staat.
    8
  • Vragen betreffende het tijdvak waarbuiten niet langer kan worden ingevorderd worden beheerst door de wetgeving van de verzoekende Staat. Het verzoek om bijstand bij invordering geeft bijzonderheden aangaande dat tijdvak.
    9
  • Invorderingsdaden, verricht door de aangezochte Staat ingevolge een verzoek om bijstand die overeenkomstig de wetgeving van die Staat een schorsing of onderbreking van het in het achtste lid bedoelde tijdvak tot gevolg zouden hebben, worden geacht hetzelfde gevolg te hebben voor de toepassing van de wetgeving van de verzoekende Staat. De aangezochte Staat doet de verzoekende Staat mededeling van zodanige daden.
    10
  • De aangezochte Staat kan uitstel van betaling of betaling in termijnen toestaan indien zijn wetgeving of zijn administratieve praktijk dit toestaat in soortgelijke omstandigheden; hij doet echter eerst de verzoekende Staat hiervan mededeling.
    11
  • De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten stellen in onderlinge overeenstemming regels vast betreffende het minimumbedrag van belastingvorderingen waarop een verzoek om bijstand betrekking kan hebben.
    12
  • Niets in dit artikel wordt zo uitgelegd dat dit op een van beide Verdragsluitende Staten de verplichting oplegt administratieve maatregelen te nemen die van een andere aard zijn dan die welke worden gebruikt bij de invordering van de eigen belastingen of die in strijd zouden zijn met de openbare orde (ordre public).

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.