- 1
- Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 (Zelfstandige arbeid) en 15 (Niet-zelfstandige arbeid), mogen voordelen of inkomsten verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat als artiest, zoals een toneelspeler, film-, radio-, of televisie-artiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit zijn persoonlijke werkzaamheden als zodanig die worden verricht in de andere Verdragsluitende Staat, worden belast in die andere Staat.
- 2
- Indien voordelen of inkomsten ter zake van persoonlijke werkzaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanigheid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toekomen, maar aan een andere persoon, mogen die voordelen of inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 (Winst uit onderneming), 14 (Zelfstandige arbeid) en 15 (Niet-zelfstandige arbeid), worden belast in de Verdragsluitende Staat waarin de werkzaamheden van de artiest of sportbeoefenaar worden verricht.
- 3
- Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en het tweede lid, zijn de voordelen of inkomsten verkregen door een artiest of een sportbeoefenaar uit de werkzaamheden, zoals bedoeld in het eerste lid, verricht in het kader van door de regeringen van de Verdragsluitende Staten goedgekeurde culturele of sportieve uitwisselingen en uitgevoerd met een ander dan een winstoogmerk, vrijgesteld van belasting in de Verdragsluitende Staat waarin deze werkzaamheden worden verricht.