Met betrekking tot de artikelen 3 en 5 van de Overeenkomst zijn de Overeenkomstsluitende Partijen het erover eens dat de Argentijnse Republiek niet verplicht is aan investeerders van het Koninkrijk der Nederlanden de bijzondere voordelen of voorrechten toe te kennen die zij heeft toegekend aan investeringen gedaan in het kader van bilaterale overeenkomsten die door de Argentijnse Republiek op 10 december 1987 zijn gesloten met Italië en op 3 juni 1988 met Spanje, en die met name zijn gebaseerd op de concessionele aard van de financiering van de in deze overeenkomsten voorziene investeringen. De Argentijnse Republiek zal er evenwel naar streven te vermijden dat zodanige voorrechten of voordelen de concurrentiemogelijkheden voor investeringen en activiteiten van investeerders van het Koninkrijk der Nederlanden in aanzienlijke mate beïnvloeden.