- 1
- Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 1.6, tweede, vierde en achtste lid, 1.12 en 1.13 bepaalde zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
- 2
- De Algemene wet inzake rijksbelastingen, met uitzondering van de artikelen 63 en 67, is niet van toepassing met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 1.6, tweede, vierde en achtste lid, 1.12 en 1.13. Voor de toepassing van de artikelen 63 en 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen betreffende de uitvoering van de artikelen 1.6, tweede, vierde en achtste lid, 1.12 en 1.13 door Onze Minister of de door hem aangewezen ambtenaren, treedt Onze Minister in de plaats van Onze Minister van Financiën.
- 3
- De in de artikelen 47, 47a, 47b, 48 tot en met 51 en 53, eerste en vierde lid, tot en met 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jegens de inspecteur opgelegde verplichtingen gelden mede jegens de door Onze Minister met betrekking tot de toepassing van de artikelen 1.6, tweede, vierde en achtste lid, 1.12 en 1.13 door op grond van het eerste lid aangewezen ambtenaren.
- 4
- De artikelen 68, 69 en 72 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn van overeenkomstige toepassing op het bepaalde in het derde lid.