De liquidatieverliesregeling van artikel 13d Wet Vpb ziet alleen op formele liquidaties. Hiervan is sprake bij een ontbinding van een deelneming gevolgd door een vereffening. In de praktijk kunnen zich echter situaties voordoen waarin een deelneming weliswaar niet formeel is ontbonden of kan worden ontbonden, maar waarbij een toestand is ingetreden die materieel met een formele liquidatie is gelijk te stellen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het geval waarin een in het buitenland gevestigde dochtermaatschappij haar werkzaamheden wegens politieke omstandigheden blijvend moet beëindigen. Ook kan worden gedacht aan het geval waarin een dochtermaatschappij wordt genationaliseerd, waarbij de moedermaatschappij alle zeggenschap in de dochtermaatschappij verliest en de investering geen vruchten meer afwerpt.
Goedkeuring
Ik keur goed dat vorenbedoelde twee gevallen worden beschouwd als een liquidatie in de zin van artikel 13d Wet Vpb. Hierdoor kan de liquidatieverliesregeling van artikel 13d Wet Vpb overeenkomstig toepassing vinden.
In andere situaties waarin een deelneming niet formeel is ontbonden of kan worden ontbonden, maar waarbij een toestand is ingetreden die materieel met een liquidatie is gelijk te stellen, kan de belang-hebbende een hardheidsclausuleverzoek doen. Het verzoek moet worden gericht aan de Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen, Cluster Vpb-IBwinst, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Daar zal per geval worden bezien of er aanleiding is tot toepassing van artikel 63 van de AWR.
Voor de volledigheid verwijs ik nog naar de in onderdeel 5.11.1 getroffen regeling voor langlopende liquidaties, waarbij de deelneming wel is ontbonden, maar de vereffening om welke reden dan ook lang duurt.