Inleiding
In artikel 13, eerste lid, Wet Vpb is de hoofdregel van de deelnemingsvrijstelling opgenomen dat bij het bepalen van de winst de voordelen uit hoofde van een deelneming buiten aanmerking blijven. Dit betekent dat de winst niet wordt beïnvloed door waardestijgingen, maar ook niet door waardedalingen van een aandelenpakket.
In afwijking van deze hoofdregel is in artikel 13d Wet Vpb een bijzondere regeling voor liquidatieverliezen opgenomen: de zogenoemde liquidatieverliesregeling. Artikel 13d, eerste lid, Wet Vpb bepaalt dat de deelnemingsvrijstelling niet geldt voor een verlies op een deelneming dat tot uitdrukking komt nadat deze deelneming is ontbonden (liquidatieverlies). Het liquidatieverlies wordt vastgesteld op het bedrag dat voor de deelneming is opgeofferd verminderd met de liquidatie-uitkeringen. Artikel 13d, tweede tot en met tiende lid, Wet Vpb regelt hoe dit liquidatieverlies moet worden berekend. Artikel 13d, elfde lid, Wet Vpb regelt vervolgens op welk tijdstip het liquidatieverlies in aanmerking wordt genomen.