Responsive image

II Goedkeurende regeling ingeval de moedermaatschappij...

Download de app voor meer functionaliteit.

II Goedkeurende regeling ingeval de moedermaatschappij...

Goedkeurende regeling ingeval de moedermaatschappij van een fiscale eenheid als verdwijnende rechtspersoon betrokken is bij een fiscaal begeleide juridische fusie en opgaat in een niet tot die fiscale eenheid behorende vennootschap.

Een juridische fusie waarbij de moedermaatschappij van een fiscale eenheid als verdwijnende rechtspersoon opgaat in een niet tot die fiscale eenheid behorende verkrijgende rechtspersoon heeft tot gevolg dat de direct (en indirect) door de moedermaatschappij gehouden aandelen in de met haar gevoegde dochtermaatschappijen overgaan naar de verkrijgende rechtspersoon. De juridische fusie leidt tot de ontvoeging van de fiscale eenheid en kan tot inwerkingtreding van de sanctie van artikel 15ai van de Wet Vpb leiden.

Ingeval direct aansluitend aan deze ontvoeging een nieuwe fiscale eenheid tot stand komt waarvan de verkrijgende rechtspersoon en de (alle) dochtermaatschappijen van de oude fiscale eenheid deel uitmaken, past het naar mijn mening binnen de ratio van artikel 15ai Wet Vpb om de sanctie niet in werking te laten treden, maar door te schuiven naar de nieuw gevormde fiscale eenheid, mits wordt voldaan aan de hierna vermelde voorwaarden.

Ingeval louter overdrachten tussen dochtermaatschappijen hebben plaatsgevonden, en de verdwijnende moedermaatschappij niet noodzakelijk was om een fiscale eenheid tussen die dochtermaatschappijen mogelijk te maken, kan in beginsel gebruik worden gemaakt van de goedkeurende regeling onder I , en is de goedkeurende regeling II niet noodzakelijk.

Op verzoek van belanghebbenden wordt goedgekeurd dat de sanctie van artikel 15ai van de Wet Vpb wordt doorgeschoven indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.de juridische fusie vindt plaats met toepassing van artikel 14b, tweede of derde lid, van de Wet Vpb;
  • b.direct aansluitend aan de ontvoeging van de oude fiscale eenheid als gevolg van de juridische fusie waarbij de moedermaatschappij verdwijnt, komt een fiscale eenheid tot stand tussen de verkrijgende rechtspersoon als moedermaatschappij en alle dochtermaatschappijen uit de oude fiscale eenheid (Noot 1: Indien het ontvoegingstijdstip van de bestaande fiscale eenheid met toepassing van artikel 14, derde lid, van het Bfe wordt gesteld op de aanvang van het boekjaar waarin de juridische fusie plaatsvindt, wordt een bezit van de verdwijnende moedermaatschappij aangemerkt als een bezit van de verkrijgende rechtspersoon, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden (artikel 18a, derde en vierde lid, van het Bfe). Daardoor kan de aansluitende fiscale eenheid – zoals voorwaarde b. eist – op datzelfde tijdstip ingaan.);
  • c.alle overdrachten als bedoeld in artikel 15ai van de Wet Vpb waarbij een dochtermaatschappij uit de oude fiscale eenheid dan wel de verdwijnende moedermaatschappij zelf als overdrager of overnemer betrokken is geweest, worden voor de toepassing van artikel 15ai van de Wet Vpb geacht op het oorspronkelijke overdrachtstijdstip binnen de nieuwe fiscale eenheid te hebben plaatsgevonden, waarbij een overdracht door of aan de verdwijnende moedermaatschappij geldt als een overdracht door of aan de verkrijgende rechtspersoon;
  • d.ingeval de nieuw gevormde fiscale eenheid met terugwerkende kracht tot het voegingstijdstip wordt verbroken, vindt het bepaalde in artikel 15ai van de Wet Vpb toepassing bij de nieuw gevormde fiscale eenheid;
  • e.een aanvaardingsvoorwaarde.

Een model voor de te verlenen goedkeuring II is opgenomen in bijlage 3.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.