- 1
- Provinciale staten stellen een heffing in ter bestrijding van de kosten die gemoeid zullen zijn met:
-
- a.de in artikel 8.49 bedoelde zorg voor de in de betrokken provincie gelegen stortplaatsen;
- b.een voor de betrokken provincie geldende verplichting tot afdracht aan een fonds als bedoeld in artikel 15.48;
- c.de door de provincie uitgevoerde inventarisatie van plaatsen waar afvalstoffen zijn gestort en waar dat storten vóór 1 september 1996 is beëindigd, en het onderzoek naar en systematische controle van aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging aldaar.
- 2
- De in het eerste lid bedoelde heffing kan mede betrekking hebben op de kosten die gemoeid zullen zijn met de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 176 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
- 3
- Met betrekking tot de heffing en invordering zijn de artikelen 227 tot en met 232h van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.