Voorbeelden van meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies onder wezenskenmerk C.1
Voorbeeld 13
Een Nederlandse vennootschap heeft een moedervennootschap in een andere jurisdictie. Laatstgenoemde vennootschap verstrekt een geldlening aan de Nederlandse vennootschap om een belastingvoordeel mee te behalen. De Nederlandse vennootschap verricht een rentebetaling aan de moedervennootschap. De rentebate wordt bij de moedervennootschap in de heffing betrokken, maar de winst wordt belast tegen een nultarief. De moedermaatschappij verricht vrijwel geen activiteiten. Op basis van CFC-wetgeving behoort de rentebate tot de belastbare grondslag van de aandeelhouder van de moedervennootschap. De aandeelhouder van de moedervennootschap kwalificeert niet als ontvanger in de zin van het wezenskenmerk en daarom is het niet relevant dat de rentebate op basis van CFC-wetgeving wordt belast.
Voorbeeld 14
De aandelen in een Nederlandse vennootschap worden gehouden door een entiteit die is gevestigd in een jurisdictie die belasting heft op basis van een remittance base (remmitance base-land). Dat betekent dat bepaalde inkomsten pas worden belast als deze in het remmitance base-land daadwerkelijk zijn ontvangen. De Nederlandse vennootschap heeft een geldlening aangetrokken van en verricht vervolgens aftrekbare rentebetalingen aan die buitenlandse entiteit. Die entiteit houdt een bankrekening aan in een andere jurisdictie waarnaar de aftrekbare betaling wordt overgemaakt. De rentebetaling die volgt uit de overeenkomst van geldlening wordt daardoor niet in de heffing betrokken in het remittance base-land. In die andere jurisdictie vindt geen andere activiteit plaats dan enkel het aanhouden van de bankrekening waardoor in die jurisdictie ook geen belasting wordt geheven. Hierdoor wordt de rentebate niet belast in het remittance base-land (noch in de jurisdictie waar de bankrekening wordt aangehouden).
Voorbeeld 15
De aandelen in een Nederlandse vennootschap worden gehouden door een entiteit die gevestigd is in een jurisdictie met een territoriaal belastingstelsel en zonder CFC-wetgeving. De Nederlandse vennootschap heeft een geldlening aangetrokken van en verricht vervolgens aftrekbare rentebetalingen aan de buitenlandse entiteit. De buitenlandse entiteit is voornamelijk opgericht om gebruik te kunnen maken van het territoriale belastingsysteem in het betreffende land. De rentebetaling die volgt uit de overeenkomst van geldlening valt niet in de belaste grondslag van de entiteit in het buitenland, omdat zij niet wordt belast voor haar wereldinkomen. De inkomsten komen niet op uit een bron gelegen in de jurisdictie van vestiging. De rentebate is derhalve volledig van belastingheffing vrijgesteld.
Voorbeeld 16
Een vennootschap in een andere jurisdictie verstrekt een renteloze geldlening aan een Nederlandse vennootschap. Voor Nederlandse fiscale doeleinden wordt rente geïmputeerd. Dit betekent dat er door de Nederlandse vennootschap in beginsel rentekosten in aftrek kunnen worden gebracht. In de andere jurisdictie wordt er geen rekening gehouden met te imputeren rentebaten en worden er dus geen rentebaten in de belaste grondslag betrokken.