Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van de artikelen 10, 11 of 12, mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de staat die de belasting heeft geheven, in het geval van Zambia binnen een tijdvak van zes jaar en in het geval van Nederland binnen een tijdvak van vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.