Een verzoek om arbitrage kan na twee jaar na de datum waarop een zaak ingevolge artikel 25, eerste lid, is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende staat slechts worden ingediend indien het ook is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de andere staat. Daartoe wordt een zaak slechts geacht aan de bevoegde autoriteit van de andere staat te zijn voorgelegd indien de volgende gegevens naar behoren zijn overgelegd:
- a.de volledige namen en adressen van de partijen waarop de onderlinge overlegprocedure betrekking heeft, tezamen met de gegevens van het belastingkantoor en de fiscale referentiegegevens (bijv. de fiscale nummers);
- b.het (de) desbetreffende belastingtijdvak(ken);
- c.de aard en de datum van de maatregel(en) die ertoe heeft (hebben) geleid dat de belastingheffing niet in overeenstemming is met het Verdrag; en
- d.eventuele specifieke aanvullende informatie waar de bevoegde autoriteit binnen twee maanden na de ontvangst van het verzoek van de belastingbetaler om vraagt.