- 1
- Voor de toepassing van deze Overeenkomst en haar Bijlagen betekent:
-
- a)de uitdrukking „Verdrag”, het Verdrag inzake de Internationale Burgerluchtvaart, opengesteld voor ondertekening op 7 december 1944, en omvat elke Bijlage, aangenomen op grond van artikel 90 van genoemd Verdrag en elke wijziging van de Bijlagen of van het Verdrag, voorzien in de artikelen 90 en 94 van het Verdrag;
- b)het woord „grondgebied”, het gebied zoals omschreven in artikel II van het Verdrag;
- c)de uitdrukking „luchtvaartautoriteiten”:
- -voor wat betreft de Republiek ten Oosten van de Uruguay, het Ministerie van Nationale Defensie;
- -voor wat betreft Nederland, de Minister van Verkeer en Waterstaat;
- -of in beide gevallen elke persoon of instelling die bevoegd is de functie te vervullen die thans door genoemde autoriteiten wordt vervuld;
- d)de uitdrukkingen „aangewezen luchtvaartmaatschappij” of „aangewezen luchtvaartmaatschappijen”, de luchtvaartmaatschappij of de luchtvaartmaatschappijen die elk der Overeenkomstsluitende Partijen conform artikel III van deze Overeenkomst heeft aangewezen voor de exploitatie van de luchtdiensten als omschreven in de Bijlage van deze Overeenkomst;
- e)de uitdrukkingen „luchtdienst”, „internationale luchtdienst”, „luchtvaartmaatschappij” en „landing anders dan voor verkeersdoeleinden” hebben de betekenis die aan elke daarvan wordt toegekend in artikel 96 van het Verdrag.