De bepalingen van artikel 10, derde lid, onderdeel a, zijn van toepassing zolang ingevolge de bepalingen van de Nederlandse Wet op de vennootschapsbelasting, van een lichaam dat inwoner is van Nederland geen Nederlandse vennootschapsbelasting wordt geheven ter zake van dividenden die dat lichaam ontvangt van een lichaam dat inwoner is van Uganda.
Wanneer voor en na de inwerkingtreding van dit Verdrag investeringen zijn gedaan in een Verdragsluitende Staat is het wel te verstaan dat dividenden voor de toepassing van artikel 10, derde lid, onderdeel a, worden aangemerkt als verkregen uit die investeringen naar rato van de verhouding tussen die onderscheiden investeringen.
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10, tweede lid, heft de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam inwoner is geen belasting over door dat lichaam betaalde dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een pensioenfonds is als bedoeld artikel 4, tweede lid.