Elk van de beide Verdragsluitende Partijen kan dit Verdrag te allen tijde opzeggen. De opzegging geschiedt door daarvan mededeling te doen aan de andere Verdragsluitende Partij. In geval van opzegging blijft dit Verdrag van kracht tot het einde van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de andere Verdragsluitende Partij de opzegging heeft ontvangen.