- 3.1
- Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij de volgende rechten met betrekking tot de internationale luchtdiensten van de laatstgenoemde Partij, die in de routetabel zijn opgenomen;
-
- 3.1.1.het recht over haar grondgebied te vliegen zonder te landen, en
- 3.1.2.het recht op haar grondgebied te landen, anders dan voor verkeersdoeleinden.
- 3.2
- De door elk van de Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft, bij de exploitatie van een overeengekomen dienst op een omschreven route, naast de in paragraaf 3.1 van dit artikel omschreven rechten, het recht op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij te landen op de punten die voor die route in de routetabel bij deze Overeenkomst zijn omschreven voor het opnemen en afzetten van passagiers en vracht, met inbegrip van post.
- 3.3
- Geen van de bepalingen van paragraaf 3.2 van dit artikel wordt geacht de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een Overeenkomstsluitende Partij het recht te geven tot het opnemen, op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, van passagiers en vracht, met inbegrip van post, vervoerd tegen vergoeding of beloning en bestemd voor een ander punt op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.