Responsive image

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

    1
  • Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
    • a.betekent de uitdrukking „een Verdragsluitende Staat” het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) of Roemenië, al naar de context vereist; betekent de uitdrukking „Verdragsluitende Staten” het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) en Roemenië;
    • b.betekent de uitdrukking „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
    • c.duidt de uitdrukking „Roemenië” op het grondgebied van Roemenië met inbegrip van zijn territoriale zee en het luchtruim boven het grondgebied en de territoriale zee waarover Roemenië soevereine rechten uitoefent, alsmede op het aangrenzende gebied en het Continentale Plat en de exclusieve economische gebieden waarover Roemenië in overeenstemming met zijn nationale recht en met het internationale recht rechtsbevoegdheid heeft onderscheidenlijk soevereine rechten uitoefent;
    • d.omvat de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
    • e.betekent de uitdrukking „lichaam” elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
    • f.betekenen de uitdrukkingen „onderneming van een Verdragsluitende Staat” en „onderneming van de andere Verdragsluitende Staat” onderscheidenlijk een onderneming uitgeoefend door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming uitgeoefend door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
    • g.betekent de uitdrukking „internationaal verkeer” alle vervoer met een schip, luchtvaartuig of spoorwegvoertuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een Verdragsluitende Staat is gelegen, behalve wanneer het schip, luchtvaartuig of spoorwegvoertuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
    • h.betekent de uitdrukking „onderdaan”:
    • i.in Nederland, iedere natuurlijke persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit en iedere rechtspersoon, vennootschap of vereniging die zijn/haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in Nederland van kracht is;
    • ii.in Roemenië, iedere natuurlijke persoon die het Roemeense burgerschap bezit en iedere rechtspersoon, vereniging van personen en iedere andere entiteit die zijn/haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in Roemenië van kracht is;
    • i.betekent de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:
    • i.in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
    • ii.in Roemenië de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordigers.
    2
  • Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat op enig moment heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens die toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan die uitdrukking wordt gegeven.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.