- 1
- De Overeenkomstsluitende Partijen komen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, overeen:
-
- a.de ontwikkeling van het vervoer over zee tussen de havens van hun onderscheiden landen te bevorderen met inachtneming van hun wederzijdse belangen, en eventuele moeilijkheden te dezen uit de weg te ruimen;
- b.in elk opzicht de deelneming van schepen van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Volksrepubliek Polen aan het vervoer over zee tussen de havens van hun onderscheiden landen te vergemakkelijken;
- c.de deelneming van schepen van een der Overeenkomstsluitende Partijen aan het vervoer over zee tussen de havens van de andere Overeenkomstsluitende Partij en de havens van derde landen geen belemmeringen in de weg te leggen.
- 2
- Het in dit artikel bepaalde laat het recht van onder de vlag van derde landen varende schepen om deel te nemen aan het vervoer tussen de havens van de Overeenkomstsluitende Partijen onverlet.