Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een van de Verdragsluitende Staten wordt beëindigd. Elk van de Verdragsluitende Staten kan het Verdrag langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden vóór het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een tijdvak van vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van het Verdrag kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt het Verdrag op van toepassing te zijn aan het begin van het kalenderjaar volgend op dat waarin kennisgeving van de beëindiging is gedaan, maar blijft het van toepassing op nalatenschappen van personen overleden vóór dat tijdstip en op gebeurtenissen andere dan overlijden, die plaatsvinden vóór dat tijdstip en die leiden tot belastingplicht ingevolge de wetgeving van een van beide Staten.