- 1
- Bij de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag maakt de ontvangende staat geen onderscheid tussen de staten.
- 2
- Onderscheid wordt evenwel niet geacht te zijn gemaakt:
-
- (a)indien de ontvangende staat enigerlei bepaling van dit Verdrag op beperkte wijze toepast omdat die bepaling op zijn zending in de zendstaat beperkt wordt toegepast;
- (b)indien krachtens gewoonterecht of overeenkomst de staten elkaar een gunstiger behandeling toekennen dan bij dit Verdrag is voorgeschreven.