- i.Voorstellen worden in stemming gebracht.
- ii.Iedere Staat die Overeenkomstsluitende Partij is en die op de zitting is vertegenwoordigd, beschikt over één stem.
- iii.Wanneer artikel 16, tweede lid, van de Overeenkomst toepassing vindt, beschikken de organisaties voor regionale economische integratie die Overeenkomstsluitende Partij zijn, in geval van stemming slechts over evenveel stemmen als het totaal aantal stemmen dat wordt toegekend aan de Lid-Staten van deze organisaties die eveneens Partij zijn bij de Overeenkomst. In dit geval oefenen deze Lid-Staten geen stemrecht uit.
- iv.Behoudens het bepaalde sub v) worden de voorstellen aangenomen met eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen overeenkomstig het bepaalde sub ii) en iii).
- v.Wijzigingen op deze Overeenkomst worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen overeenkomstig het bepaalde sub ii) en iii).