- 1
- Indien in deze Overeenkomst (al dan niet onder andere voorwaarden) wordt bepaald dat in een van de Staten geheel of gedeeltelijk vermindering van belasting over bepaalde inkomsten moet worden verleend en ingevolge de in de andere Staat geldende wetgeving die inkomsten niet voor het volle bedrag aan belasting onderworpen zijn, doch slechts voor zover die inkomsten naar de andere Staat zijn overgemaakt of aldaar zijn ontvangen, wordt de vermindering die de eerstbedoelde Staat ingevolge deze Overeenkomst moet verlenen, slechts toegepast op het gedeelte van de inkomsten dat naar die andere Staat is overgemaakt of aldaar is ontvangen:
- Met dien verstande dat indien –
-
- (a)in overeenstemming met de voorafgaande bepalingen van dit artikel vermindering aanvankelijk niet is toegestaan in de eerstbedoelde Staat met betrekking tot bepaalde inkomsten; en
- (b)die inkomsten vervolgens zijn overgemaakt naar of ontvangen in de andere Staat en op grond daarvan aan belasting zijn onderworpen in die andere Staat,
- de eerstbedoelde Staat, met inachtneming van elke alsdan van kracht zijnde wetgeving, die de termijn beperkt waarbinnen en de wijze bepaalt waarop een teruggave van belasting plaatsvindt, belastingvermindering verleent met betrekking tot die inkomsten in overeenstemming met de van toepassing zijnde bepalingen van deze Overeenkomst.
- 2
- De bepalingen van hoofdstuk III van deze Overeenkomst zijn niet van toepassing op personen die gerechtigd zijn tot enig bijzonder belastingvoordeel op grond van:
-
- (a)een wet van een van de Staten aangewezen in een nota-wisseling tussen de Staten; of
- (b)een in wezen gelijksoortige wet die nadien tot stand is gekomen.