Responsive image

Artikel 21 Beperking van voordelen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 21 Beperking van voordelen

    1
  • Tenzij anders bepaald in dit artikel heeft een inwoner van een verdragsluitende staat die inkomsten verkrijgt van de andere verdragsluitende staat omschreven in artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20, uitsluitend recht op de voordelen die voor een belastingjaar worden toegekend door de bepalingen van die leden of artikelen indien deze inwoner daarvoor als gekwalificeerd persoon wordt aangemerkt overeenkomstig het tweede lid en voldoet aan de overige in die leden en artikelen omschreven voorwaarden voor het verkrijgen van deze voordelen.
    2
  • Een inwoner van een verdragsluitende staat wordt uitsluitend als gekwalificeerd persoon voor een belastingjaar aangemerkt indien deze inwoner:
    • a.een natuurlijke persoon is;
    • b.de regering van een verdragsluitende staat, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, de Bank of Japan, De Nederlandsche Bank of een persoon die onmiddellijk of middellijk eigendom is van de regering van een verdragsluitende staat, of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan;
    • c.een lichaam is, indien de voornaamste aandelencategorie aan een erkende effectenbeurs staat genoteerd en regelmatig verhandeld wordt op een of meer erkende effectenbeurzen, mits, indien de aandelen aan een erkende effectenbeurs zijn genoteerd omschreven in het achtste lid, onderdeel c, onder iii of iv, de voornaamste plaats van leiding en bestuur van het lichaam zich in de verdragsluitende staat bevindt waarvan het inwoner is;
    • d.een persoon is die:
    • i.wordt omschreven in artikel 4, eerste lid, onderdeel b of c, mits in het geval van een persoon omschreven in onderdeel b van dat lid:
    • aa.per het eind van het voorgaande belastingjaar meer dan 50 percent van de begunstigen, leden of deelnemers van die persoon natuurlijke personen zijn die inwoner zijn van een van de verdragsluitende staten; of
    • bb.meer dan 75 percent van de bijdragen aan de persoon afkomstig is van inwoners van een van de verdragsluitende staten die als gekwalificeerde personen worden aangemerkt; of
    • ii.een bank of een verzekeringsmaatschappij of een effectenmakelaar is die gevestigd is in en als zodanig gereguleerd wordt door de wetgeving van de verdragsluitende staat waarvan deze inwoner is; of
    • e.een persoon is niet zijnde een natuurlijke persoon, indien inwoners van een van de verdragsluitende staten als gekwalificeerde personen worden aangemerkt op grond van de onderdelen a, b, c of d van dit lid en onmiddellijk of middellijk aandelen of andere belangen als uiteindelijk gerechtigden bezitten die ten minste 50 percent vertegenwoordigen van het totale aantal stemmen van de persoon.
    3
  • Wanneer een lichaam dat inwoner is van een verdragsluitende staat niet als gekwalificeerd persoon wordt aangemerkt, heeft het lichaam desalniettemin recht op de voordelen toegekend in de bepalingen van artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20 ter zake van een in deze leden of artikelen omschreven bestanddeel van het inkomen die afkomstig zijn uit de andere verdragsluitende staat, indien dat lichaam voldoet aan de overige in die leden of artikelen omschreven voorwaarden voor het verkrijgen van deze voordelen en mits de aandelen die ten minste 75 percent van het totale aantal stemmen in dat lichaam vertegenwoordigen onmiddellijk of middellijk in het bezit zijn van ten hoogste zeven personen die gelijkwaardige gerechtigden zijn.
    4
  • Indien de bepalingen van het tweede lid, onderdeel e, of van het derde lid van toepassing zijn:
    • a.wordt een inwoner van een verdragsluitende staat ter zake van bronbelasting geacht te voldoen aan de in die leden en onderdelen omschreven voorwaarden voor het belastingjaar waarin de betaling van een bestanddeel van het inkomen geschiedt, indien deze inwoner gedurende het tijdvak van twaalf maanden voorafgaand aan de datum van betaling of, in het geval van dividenden, op de datum waarop de aanspraak op de dividenden wordt vastgesteld aan die voorwaarden voldoet; en
    • b.wordt een inwoner van een verdragsluitende staat geacht in alle overige gevallen aan de in die leden en onderdelen omschreven voorwaarden te voldoen voor het belastingjaar waarin het bestanddeel van het inkomen wordt ontvangen, indien de inwoner op ten minste de helft van het aantal dagen van het belastingjaar aan die voorwaarden voldoet.
    5
    • a.Niettegenstaande de omstandigheid dat een inwoner van een verdragsluitende staat mogelijk niet wordt aangemerkt als gekwalificeerd persoon, heeft deze inwoner recht op de door de bepalingen van artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20 toegekende voordelen ter zake van de in die leden en artikelen omschreven bestanddelen van het inkomen die afkomstig zijn uit de andere verdragsluitende staat, indien:
    • i.die inwoner een bedrijf uitoefent in de eerstgenoemde verdragsluitende staat (niet zijnde het doen of beheren van investeringen voor de eigen rekening van de inwoner, tenzij het bedrijf bestaat uit bankieren, verzekeren of de handel in effecten door een bank, verzekeringsbedrijf of effectenmakelaar);
    • ii.het uit die andere verdragsluitende staat afkomstige bestanddeel van het inkomen wordt verkregen in verband met of voortvloeit uit dat bedrijf; en
    • iii.die inwoner voldoet aan de overige in die leden en artikelen omschreven voorwaarden voor het verkrijgen van dergelijke voordelen.
    • b.Indien een inwoner van een verdragsluitende staat een bestanddeel van het inkomen ontvangt uit het uitoefenen van een bedrijf door die inwoner in de andere verdragsluitende staat of een bestanddeel van het inkomen ontvangt van een van zijn gelieerde ondernemingen die in die andere verdragsluitende staat een bedrijf uitoefenen, wordt ter zake van dat bestanddeel van het inkomen uitsluitend geacht te zijn voldaan aan de in onderdeel a omschreven voorwaarden indien de in de eerstbedoelde staat uitgevoerde bedrijfsmatige activiteit wezenlijk is voor het in de andere verdragsluitende staat uitgeoefende bedrijf. Of een bedrijfsmatige activiteit wezenlijk is voor de toepassing van dit lid wordt vastgesteld op grond van alle feiten en omstandigheden.
    • c.Bij het bepalen of een persoon overeenkomstig onderdeel a een bedrijf uitoefent in een verdragsluitende staat, wordt een bedrijf uitgeoefend door een samenwerkingsverband waarin die persoon een partner is en het bedrijf uitgeoefend door met deze persoon gelieerde personen geacht door deze persoon te worden uitgeoefend. Een persoon is gelieerd met een andere persoon, indien de ene als uiteindelijk gerechtigde onmiddellijk of middellijk ten minste 50 percent van de belangen in de andere bezit (of, in het geval van een lichaam, aandelen die ten minste 50 percent vertegenwoordigen van het totale aantal stemmen in het lichaam) of een derde als uiteindelijk gerechtigde onmiddellijk of middellijk ten minste 50 percent van de belangen (of, in het geval van een lichaam, aandelen die ten minste 50 percent vertegenwoordigen van het totale aantal stemmen in het lichaam) in elke persoon bezit. In elk geval wordt een persoon geacht gelieerd te zijn met een andere, indien de een volgens alle feiten en omstandigheden zeggenschap heeft over de andere of beide onder toezicht staan van dezelfde persoon of personen.
    6
    • a.Niettegenstaande de omstandigheid dat een inwoner van een verdragsluitende staat mogelijk niet wordt aangemerkt als gekwalificeerd persoon, heeft deze inwoner recht op de door de bepalingen van artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20 toegekende voordelen ter zake van de in die onderdelen en artikelen omschreven bestanddelen van het inkomen die afkomstig zijn uit de andere verdragsluitende staat, indien:
    • i.die inwoner fungeert als hoofdkantoor van een multinationale groep van vennootschappen;
    • ii.het uit die andere verdragsluitende staat afkomstige bestanddeel van het inkomen wordt verkregen in verband met of voortvloeit uit het in onderdeel b,onder ii,bedoelde bedrijf; en
    • iii.die inwoner voldoet aan de overige in die onderdelen en artikelen omschreven voorwaarden voor het verkrijgen van dergelijke voordelen.
    • b.Een inwoner van een verdragsluitende staat wordt voor de toepassing van onderdeel a uitsluitend als hoofdkantoor van een multinationale groep van vennootschappen beschouwd indien:
    • i.die inwoner een wezenlijk deel van het algemene toezicht op en het bestuur van de groep verzorgt of financiering voor de groep verschaft;
    • ii.de groep bestaat uit lichamen die inwoner zijn van ten minste vijf landen en aldaar een bedrijf uitoefenen en deze bedrijfsactiviteiten in elk van de vijf landen ten minste 5 percent van het bruto-inkomen van de groep genereren;
    • iii.het bedrijf uitgeoefend in een ander land dan die verdragsluitende staat minder dan 50 percent van het bruto-inkomen van de groep genereert;
    • iv.ten hoogste 50 percent van zijn bruto-inkomen afkomstig is uit de andere verdragsluitende staat;
    • v.die inwoner de onafhankelijke discretionaire bevoegdheden heeft en uitoefent voor het vervullen van de onder i. bedoelde taken; en
    • vi.op die inwoner in die verdragsluitende staat dezelfde regels met betrekking tot belastingen naar het inkomen van toepassing zijn als op de personen omschreven in het vijfde lid.
    • c.Voor de toepassing van onderdeel b wordt een inwoner van een verdragsluitende staat geacht te voldoen aan de bruto-inkomensvereisten omschreven onder ii, iii of iv van dat onderdeel voor het belastingjaar waarin het bestanddeel van het inkomen wordt verkregen, indien de inwoner voldoet aan elk van die bruto-inkomensvereisten, wanneer het gemiddelde bruto-inkomen van de drie daaraan voorafgaande belastingjaren wordt bepaald.
    7
  • Een inwoner van een verdragsluitende staat die noch aangemerkt kan worden als een gekwalificeerd persoon noch ingevolge het derde, vijfde of zesde lid recht heeft op de voordelen verleend door de bepalingen van artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20 ter zake van de in die onderdelen en artikelen omschreven bestanddeel van het inkomen worden deze voordelen desalniettemin verleend indien de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende staat in overeenstemming met zijn wetten of bestuursrechtelijke praktijk vaststelt dat het verkrijgen van deze voordelen niet een van de voornaamste doelstellingen van de oprichting, verwerving of instandhouding van deze inwoner en de uitoefening van zijn activiteiten was.
    8
  • Voor de toepassing van dit artikel:
    • a.betekent de uitdrukking „voornaamste aandelencategorie” de aandelencategorie of -categorieën die een meerderheid van het totale aantal stemmen van het lichaam vertegenwoordigen;
    • b.omvat de uitdrukking „aandelen” mede depotbewijzen of trustcertificaten van aandelen;
    • c.betekent de uitdrukking „erkende effectenbeurs”:
    • i.een effectenbeurs opgericht door een Financial Instruments Exchange of een ingevolge de Instruments and Exchange Law (wet nr. 25 uit 1948) van Japan goedgekeurd type vereniging van handelaren in financiële instrumenten;
    • ii.een in Nederland gevestigde gereguleerde markt die onderworpen is aan de voorschriften van de Autoriteit Financiële Markten (of haar rechtsopvolger) ingevolge een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, van de Nederlandse Wet op het financieel toezicht (of de opvolger daarvan);
    • iii.de Irish Stock Exchange , de London Stock Exchange , de Swiss Stock Exchange en de effectenbeurzen van Brussel, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg, Hongkong, Johannesburg, Lissabon, Luxemburg, Madrid, Mexico, Milaan, New York, Parijs, Seoul, Singapore, Stockholm, Sydney, Toronto en Wenen en het NASDAQ-systeem; en
    • iv.elke andere effectenbeurs die de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten overeenkomen te erkennen voor de toepassing van dit artikel;
    • d.betekent de uitdrukking „gelijkwaardige gerechtigde”:
    • i.een inwoner van een staat die een verdrag heeft gesloten tot het vermijden van dubbele belasting en het vermijden van het ontgaan van belasting tussen die staat en de verdragsluitende staat waar aanspraak wordt gemaakt op de voordelen van dit Verdrag, waarbij:
    • aa.dat verdrag bepalingen bevat voor de doeltreffende uitwisseling van informatie;
    • bb.die inwoner als gekwalificeerd persoon wordt aangemerkt ingevolge de bepalingen inzake beperkingen van voordelen in dat verdrag, of, indien dergelijke bepalingen in dat verdrag ontbreken, die persoon als gekwalificeerd persoon zou worden aangemerkt indien dat verdrag zodanig wordt uitgelegd dat het bepalingen bevat die overeenkomen met het tweede lid; en
    • cc.ter zake van een bestanddeel van het inkomen zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, artikel 11, derde lid, of de artikelen 12, 13 of 20 die inwoner ingevolge dat verdrag recht zou hebben op een belastingtarief ter zake van de specifieke categorie inkomen waarvoor aanspraak wordt gemaakt op de voordelen uit hoofde van dit Verdrag dat ten minste even laag als het tarief dat hoofde van dit Verdrag van toepassing is; of
    • ii.een persoon die als gekwalificeerd persoon wordt aangemerkt op grond van het tweede lid, onderdeel a, b, c of d;
    • e.betekent de uitdrukking „gelieerde ondernemingen” ondernemingen die met elkaar in betrekking staan zoals omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel a of b; en
    • f.betekent de uitdrukking „bruto-inkomen” de totale inkomsten die een onderneming uit haar bedrijf ontvangt minus de directe kosten die gemoeid zijn met het verkrijgen van die inkomsten.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.