Een natuurlijke persoon die gedurende een tijdvak van ten hoogste twee jaar in een van de beide Staten verblijft met het doel onderwijs te geven aan een universiteit, hogeschool, school of andere onderwijsinrichting of aan een niet op commerciële of industriële grondslag werkzame instelling voor wetenschappelijk onderzoek in die Staat, en die onmiddellijk voor dit verblijf inwoner van de andere Staat is, wordt in de eerstbedoelde Staat niet belast voor de vergoedingen die hij voor zodanige werkzaamheden ontvangt.