- 1
- Beloningen, daaronder begrepen pensioenen, betaald door, of uit fondsen in het leven geroepen door, een van de beide Staten of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan die Staat of aan dat onderdeel of dat plaatselijke publiekrechtelijke lichaam daarvan in de uitoefening van overheidsfuncties, mogen in die Staat worden belast.
- 2
- In afwijking van het eerste lid zijn de bepalingen van de artikelen 16, 17 of 19 van toepassing op beloningen of pensioenen ter zake van diensten, bewezen in het kader van een op winst gericht bedrijf uitgeoefend door een van de beide Staten of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.
- 3
- Het eerste lid is niet van toepassing voor zover aan een Staat diensten worden bewezen in de andere Staat door een natuurlijke persoon die inwoner en onderdaan van die andere Staat is.