Responsive image

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

    1
  • Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
    • a.betekenen de uitdrukkingen „een Verdragsluitende Staat” en „de andere Verdragsluitende Staat” het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) of Ghana, naargelang de context vereist;
    • b.betekent de uitdrukking „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent;
    • c.betekent de uitdrukking „Ghana” het grondgebied van de Republiek Ghana, met inbegrip van haar territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen de Republiek Ghana, in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft ten behoeve van de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem, de ondergrond daarvan en de bovengelegen wateren;
    • d.omvat de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
    • e.betekent de uitdrukking „lichaam” elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
    • f.betekenen de uitdrukkingen „onderneming van een Verdragsluitende Staat” en „onderneming van de andere Verdragsluitende Staat” onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
    • g.betekent de uitdrukking „internationaal verkeer” alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming van een Verdragsluitende Staat, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
    • h.betekent de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:
    • i.in Nederland de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
    • ii.wat Ghana betreft, de Commissioner of the Internal Revenue of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
    • i.betekent de uitdrukking „onderdaan”:
    • elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat bezit;
    • elke rechtspersoon, vennootschap of vereniging die zijn of haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in een Verdragsluitende Staat van kracht is;
    • j.betekent de uitdrukking „pensioenfonds” elke persoon die:
    • i.is opgericht overeenkomstig de wetgeving van een van de Verdragsluitende Staten;
    • ii.hoofdzakelijk wordt geëxploiteerd voor het beheren of verschaffen van pensioenen, pensioenuitkeringen of andere soortgelijke beloningen of het verwerven van inkomsten ten behoeve van dergelijke personen; en
    • iii.zelf en wat betreft zijn inkomsten voortvloeiend uit de activiteiten omschreven in bepaling ii. in die Verdragsluitende Staat is vrijgesteld van belastingen naar het inkomen.
    2
  • Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat op enig moment heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan die uitdrukking wordt gegeven.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.