Responsive image

Artikel III

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel III

    (1)
  • Elke Overeenkomstsluitende Partij is gerechtigd aan de andere Overeenkomstsluitende Partij schriftelijk mededeling te doen van de aanwijzing van een of meer luchtvaartmaatschappijen voor de exploitatie van de overeengekomen diensten op de omschreven routes.
    (2)
  • Na ontvangst van de aanwijzing verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij, via haar luchtvaartautoriteiten, met inachtneming van het bepaalde in de leden 3, 4 en 5 van dit artikel, onverwijld de vereiste exploitatievergunning aan de aangewezen luchtvaartmaatschappij.
    (3)
  • De luchtvaartautoriteiten van een der Overeenkomstsluitende Partijen kunnen eisen dat (een) door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen hun aantoont (aantonen) dat zij in staat is (zijn) te voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld bij de wettten en voorschriften welke door deze autoriteiten gewoonlijk en op redelijke wijze worden toegepast op een wijze die niet in strijd is met de bepalingen van het Verdrag.
    (4)
  • In elk geval waarin niet ten genoegen van een Overeenkomstsluitende Partij is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op (een) luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen berusten bij de andere Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij of de luchtvaartmaatschappijen heeft aangewezen of bij onderdanen van de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen heeft aangewezen, heeft eerstbedoelde Overeenkomstsluitende Partij het recht de exploitatievergunning bedoeld in lid 2 van dit artikel te weigeren, niet te verlenen of te herroepen, of de door haar noodzakelijk geachte voorwaarden te verbinden aan de uitoefening van deze rechten door (een) luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen.
    (5)
  • De uitoefening door de aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de rechten toegekend in de desbetreffende exploitatievergunning zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, is onderworpen aan de wettelijke bevoegdheden van de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, ten einde de uitvoering van het bepaalde in artikel VIII van deze Overeenkomst te verzekeren.
    (6)
  • Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht de uitoefening door (een) luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de in lid 2 van artikel II omschreven rechten op te schorten of ten aanzien van de uitoefening van die rechten door (een) luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen de voorwaarden te stellen die zij noodzakelijk acht in elk geval waarin de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen in gebreke blijft (blijven) de wetten en voorschriften bedoeld in artikel VII van deze Overeenkomst na te komen of anderszins in gebreke blijft (blijven) de exploitatie te voeren in overeenstemming met de in deze Overeenkomst gestelde voorwaarden, met dien verstande dat tenzij de onmiddellijke opschorting of het stellen van voorwaarden noodzakelijk is om hernieuwde inbreuken op de wetten of voorschriften te voorkomen, dit recht slechts wordt uitgeoefend na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.