- 1
- De bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat is niet verplicht gebruik te maken van de regeling voor onderling overleg of de in artikel 7, lid 1, genoemde commissie op te richten wanneer in een gerechtelijke of administratieve procedure definitief wordt uitgesproken dat een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot winstcorrectie uit hoofde van artikel 4 ernstig strafbaar is.
- 2
- Wanneer tegelijk met een van de in de artikelen 6 en 7 bedoelde procedures een gerechtelijke of administratieve procedure aanhangig is over de vraag of een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot winstcorrectie uit hoofde van artikel 4, ernstig strafbaar is, kunnen de bevoegde autoriteiten de afwikkeling van eerstgenoemde procedures schorsen totdat de gerechtelijke of administratieve procedure is voltooid.