Responsive image

Indien de plaats van de ...

Download de app voor meer functionaliteit.

Indien de plaats van de ...

Indien de plaats van de werkelijke leiding van een rechtspersoon zich bevindt op een grensoverschrijdend bedrijventerrein en de gemeenschappelijke grens tussen de verdragsluitende staten loopt door de vaste bedrijfsinrichting waarin de plaats van de werkelijke leiding zich bevindt, dan wordt de rechtspersoon ingevolge artikel 4, vierde lid, geacht uitsluitend inwoner te zijn van de volgende verdragsluitende staat:

  • a)indien eenduidig kan worden vastgesteld in welke verdragsluitende staat de plaats van de werkelijke leiding van de rechtspersoon zich bevindt, dan wordt zij geacht uitsluitend inwoner te zijn van deze staat.
  • b)indien niet eenduidig kan worden vastgesteld in welke verdragsluitende staat de plaats van de werkelijke leiding van de rechtspersoon zich bevindt, dan wordt zij geacht uitsluitend inwoner te zijn van de staat waarin het grootste deel is gelegen van de door de onderneming gebruikte oppervlakte van het gebouw waarin de werkelijke leiding van de onderneming wordt uitgeoefend.

Voorbeelden:

Voorbeeld 1

De plaats van de werkelijke leiding kan eenduidig worden vastgesteld.

Nederland heeft het recht tot belastingheffing over de inkomsten van de onderneming (artikel 4, vierde lid, juncto artikel 7, eerste en vierde lid van het Verdrag).

Voorbeeld 2

De plaats van de werkelijke leiding kan niet eenduidig worden vastgesteld, aangezien deze niet duidelijk in een van beide verdragsluitende staten gelegen is.

De beslissing wordt genomen op basis van het grootste deel van het door de onderneming gebruikte vloeroppervlak van het gebouw waarin de werkelijke leiding van de onderneming wordt uitgeoefend.

Vloeroppervlak gebruikt door de onderneming:

100m2

+

100m2

+

400m2

=

600m2

Daarvan is gelegen in de Bondsrepubliek Duitsland:

50m2

+

50m2

+

400m2

=

500m2

Daarvan is gelegen in Nederland:

50m2

+

50m2

=

100m2

De Bondsrepubliek Duitsland heeft het recht tot belastingheffing over de inkomsten van de onderneming (artikel 4, vierde lid, juncto artikel 7, eerste en vierde lid, van het Verdrag).

Voorbeeld 3

De plaats van de werkelijke leiding kan niet eenduidig worden vastgesteld, aangezien deze niet duidelijk in een van beide verdragsluitende staten gelegen is.

De beslissing wordt genomen op basis van het grootste deel van het door de onderneming gebruikte vloeroppervlak van het gebouw waarin de werkelijke leiding van de onderneming wordt uitgeoefend (in dit geval gebouw 1).

Vloeroppervlak gebruikt door de onderneming:

100m2

+

100m2

=

200m2

Daarvan is gelegen in de Bondsrepubliek Duitsland:

30m2

+

30m2

=

60m2

Daarvan is gelegen in Nederland:

70m2

+

70m2

=

140m2

Nederland heeft het recht tot belastingheffing over de inkomsten van de onderneming (artikel 4, vierde lid, juncto artikel 7, eerste en vierde lid, van het Verdrag).

Voorbeeld 4

De plaats van de werkelijke leiding kan niet eenduidig worden vastgesteld, aangezien deze niet duidelijk in een van beide verdragsluitende staten gelegen is.

De beslissing wordt genomen op basis van het grootste deel van het door de onderneming gebruikte vloeroppervlak van het gebouw waarin de werkelijke leiding van de onderneming wordt uitgeoefend.

Vloeroppervlak gebruikt door de onderneming:

250m2

Daarvan is gelegen in de Bondsrepubliek Duitsland:

200m2

Daarvan is gelegen in Nederland:

50m2

De Bondsrepubliek Duitsland heeft het recht tot belastingheffing over de inkomsten van de onderneming (artikel 4, vierde lid, juncto artikel 7, eerste en vierde lid, van het Verdrag).

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.