Het tweede lid van artikel 13 van het Verdrag wordt vervangen door het volgende lid:
- „2.
- Voordelen verkregen door een inwoner van een verdragsluitende staat uit de vervreemding van aandelen in een lichaam, of van daarmee vergelijkbare belangen, niet zijnde aandelen of daarmee vergelijkbare belangen die genoteerd staan aan een erkende effectenbeurs, mogen in de andere verdragsluitende staat worden belast indien, op enig tijdstip gedurende de periode van 365 dagen voorafgaand aan de vervreemding, meer dan 75 percent van de waarde van die aandelen of daarmee vergelijkbare belangen direct of indirect bepaald wordt door onroerende zaken, zoals omschreven in artikel 6, die in die andere verdragsluitende staat zijn gelegen, niet zijnde onroerende zaken waarin dat lichaam of de houders van die belangen hun bedrijf uitoefenen. Deze voordelen zijn echter uitsluitend belastbaar in de eerstgenoemde staat indien:
- a.de inwoner vóór de eerste vervreemding minder dan 50 percent van de aandelen of daarmee vergelijkbare belangen bezat; of
- b.de voordelen voortvloeien uit een bedrijfsreorganisatie, fusie, splitsing of soortgelijke transactie.”