- 1
- In een geest van nauwe samenwerking kunnen de luchtvaartautoriteiten van de partijen van tijd tot tijd met elkaar overleg plegen teneinde te verzekeren dat de bepalingen van dit Verdrag worden uitgevoerd en naar tevredenheid worden nageleefd.
- 2
- Elke partij kan om overleg verzoeken met het oog op wijziging van dit Verdrag en/of van de Bijlage erbij. Dit overleg begint binnen zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek door de andere partij, tenzij anders wordt overeengekomen. Dit overleg kan zowel door middel van besprekingen als door middel van een briefwisseling worden gevoerd.
- 3
- Elke wijziging van dit Verdrag en van noot 2 van de Bijlage wordt overeengekomen tussen de partijen en geschiedt bij diplomatieke notawisseling. Een dergelijke wijziging treedt in werking in overeenstemming met het bepaalde in het eerste lid van artikel 25 (Inwerkingtreding) van dit Verdrag.
- 4
- Onverminderd de bepalingen van het derde lid van dit artikel, kunnen wijzigingen van de routetabel in de Bijlage en van noot 1 van de Bijlage bij dit Verdrag tussen de luchtvaartautoriteiten van de partijen worden overeengekomen en bij diplomatieke notawisseling worden bevestigd, en treden in werking op een in de diplomatieke notawisseling te bepalen datum. Deze uitzondering op het derde lid van dit artikel geldt niet in het geval vrijheidsrechten aan de Bijlage worden toegevoegd.