- 1
- Het bevoegde orgaan van een Partij dat een aanvraag ontvangt voor een uitkering krachtens de wetgeving van de andere Partij, zendt het aanvraagformulier onverwijld aan het verbindingsorgaan van de andere Partij.
- 2
- Het bevoegde orgaan van de eerstbedoelde Partij draagt samen met het aanvraagformulier tevens alle voorhanden zijnde documentatie over die noodzakelijk kan zijn voor het bevoegde orgaan van de andere Partij om het recht op uitkering van de aanvrager vast te stellen. Wanneer het een aanvraag betreft voor een uitkering krachtens de „Old Age Security Act" van Canada (Wet op de ouderdomsverzekering), bevat deze documentatie zo mogelijk een verklaring betreffende de in Nederland vervulde tijdvakken van wonen. Wanneer het een aanvraag om uitkering krachtens de Nederlandse wetgeving inzake de invaliditeitsverzekering betreft, bevat deze documentatie een door een bevoegde arts afgegeven arbeidsongeschiktheidsverklaring waarin de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid is vermeld.
- 3
- De persoonlijke informatie die het aanvraagformulier bevat wordt naar behoren geverifieerd door het bevoegde orgaan van eerstbedoelde Partij, die bevestigt dat de informatie wordt gestaafd door bewijzen; het overmaken van het aldus geverifieerde formulier ontslaat het bevoegde orgaan van het zenden van bewijsstukken.
- 4
- Naast het aanvraagformulier en de in het eerste en tweede lid bedoelde documentatie, stuurt het bevoegde orgaan van de eerstbedoelde Partij aan het verbindingsorgaan van de andere Partij een contactformulier waarop in het bijzonder de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van eerstbedoelde Partij zijn vermeld.
- 5
- Na ontvangst van het contactformulier voegt het verbindingsorgaan van de andere Partij de informatie betreffende de verzekeringstijdvakken krachtens de wetgeving die het uitvoert erbij en stuurt het contactformulier onverwijld terug aan het bevoegde orgaan van eerstbedoelde Partij.
- 6
- Elk bevoegd orgaan stelt vervolgens het recht van de aanvrager vast en stelt het andere orgaan in kennis van de eventuele uitkeringen die aan de aanvrager zijn toegekend.
- 7
- Onder voorbehoud van het Protocol inzake wederzijdse bijstand behorend bij het Verdrag, zullen de leden 1 tot en met 6 van analoge toepassing zijn wanneer het bevoegde orgaan van een Partij aan het bevoegde orgaan van de andere Partij verzoekt de rechtmatigheid van betalingen aan gerechtigden die leven of wonen op het grondgebied van die andere Partij te verifiëren.