- 1
- Vermogen bestaande uit onroerende goederen, zoals bedoeld in artikel 6 van deze Overeenkomst, dat een inwoner van een van de Staten bezit en dat is gelegen in de andere Staat, mag in die andere Staat worden belast.
- 2
- Vermogen bestaande uit roerende zaken die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een van de Staten in de andere Staat heeft, of uit roerende zaken die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een van de Staten in de andere Staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, mag in die andere Staat worden belast.
- 3
- Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid van dit artikel zijn schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd en schepen die dienen voor het vervoer in de binnenwateren, alsmede roerende zaken die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen of luchtvaartuigen, slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. De bepalingen van artikel 8, derde lid, van deze Overeenkomst vinden hierbij toepassing.
- 4
- Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een van de Staten zijn slechts in die Staat belastbaar.