Responsive image

Artikel 6 Procedures voor onderling overleg

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 6 Procedures voor onderling overleg

    1
  • Indien een onderneming van oordeel is dat, in gevallen waarop dit Verdrag van toepassing is, de grondbeginselen vervat in artikel 4 niet zijn geëerbiedigd, kan zij, onverminderd de in het nationale recht van de betrokken verdragsluitende partij voorziene rechtsmiddelen, haar zaak voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij waarvan zij een onderneming is. De zaak dient binnen drie jaar na de eerste kennisgeving van de maatregel die in strijd is of mogelijk in strijd is met de grondbeginselen vervat in artikel 4 te worden voorgelegd. De bevoegde autoriteit stelt vervolgens de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij onverwijld in kennis.
    2
  • De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij te regelen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd ongeacht in de nationale wetgeving van de verdragsluitende partijen voorkomende verjaringstermijnen.
    3
  • De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de in het voorgaande lid bedoelde overeenstemming te bereiken.
    4
  • De bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij is niet verplicht de procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien een gerechtelijke of administratieve procedure heeft geleid tot een definitieve uitspraak dat een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot een correctie van de overdracht van winsten uit hoofde van artikel 4, een aanmerkelijke boete verschuldigd is. De bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij is voorts niet verplicht een procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien de onderneming, voordat de aanslag waarvan de correctie deel uitmaakt definitief werd, niet heeft voldaan aan de nationale vereisten inzake documentatie en/of informatie van de verdragsluitende partij die de correctie verricht.
    5
  • Wanneer moeilijkheden of twijfelpunten die zijn gerezen met betrekking tot de uitlegging of toepassing van het Verdrag niet binnen een periode van twee jaar nadat de vraag is gerezen opgelost kunnen worden door de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in een procedure voor onderling overleg ingevolge de voorgaande leden van dit artikel, kan het geval op verzoek van een van de verdragsluitende partijen, worden voorgelegd voor arbitrage, echter slechts nadat de procedures die beschikbaar zijn op grond van het eerste tot en met het derde lid van dit artikel volledig zijn uitgeput en mits de betrokken belastingplichtige of belastingplichtigen er schriftelijk mee instemt of instemmen te zijn gebonden door de beslissing van de arbitragecommissie. De beslissing van de arbitragecommissie in een bepaald geval is voor dat geval bindend voor beide verdragsluitende partijen en de betrokken belastingplichtige of belastingplichtigen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.