Indien een verdragsluitende partij voornemens is de winsten van een onderneming in overeenstemming met de grondbeginselen van artikel 4 te corrigeren, stelt zij de onderneming daarvan tijdig op de hoogte en stelt zij haar in de gelegenheid de andere onderneming op de hoogte te stellen, teneinde die andere onderneming op haar beurt in de gelegenheid te stellen de andere verdragsluitende partij op de hoogte te stellen. Dit belet de verdragsluitende partij die een dergelijke kennisgeving doet uitgaan evenwel niet de voorgestelde correctie te verrichten.