Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een verdragsluitende Staat is opgezegd, maar elk van de verdragsluitende Staten kan tot en met 30 juni van elk kalenderjaar na het vijfde jaar dat volgt op het jaar waarin het Verdrag in werking is getreden, aan de andere verdragsluitende Staat langs diplomatieke weg een schriftelijke opzegging doen toekomen. In geval van opzegging voor 1 juli van zodanig jaar, zal het Verdrag voor de laatste maal van toepassing zijn:
- a.op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld ten laatste op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan;
- b.op de andere belastingen geheven naar inkomsten van belastbare tijdperken die eindigen vóor 31 december van het jaar na dat waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan;
- c.op belastingen naar het vermogen geheven van bestanddelen van het vermogen die bestaan op 1 januari van het jaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan.