Zolang Belarus ingevolge zijn nationale wetgeving het heffingsrecht uit hoofde van artikel 18, eerste lid, niet kan uitoefenen, worden de bepalingen van dat lid voorlopig niet toegepast met betrekking tot pensioenen ontvangen door een inwoner van Belarus in verband met een dienstbetrekking die vroeger in Nederland is uitgeoefend. Met betrekking tot deze pensioenen blijven de bepalingen van de Nederlandse nationale wetgeving van toepassing. Zodra de bevoegde autoriteit van Belarus de bevoegde autoriteit van Nederland bericht dat Belarus ingevolge zijn nationale wetgeving het in het eerste lid voorziene heffingsrecht kan uitoefenen, houdt deze protocolbepaling op van toepassing te zijn.