Responsive image

Artikel 24 Vermindering belasting bij buitenlands voordeel uit...

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 24 Vermindering belasting bij buitenlands voordeel uit...

Vermindering belasting bij buitenlands voordeel uit sparen en beleggen

    1
  • De in artikel 22 bedoelde vrijstelling voor buitenlands voordeel uit sparen en beleggen wordt toegepast door een vermindering te verlenen op de verschuldigde inkomstenbelasting.
    2
  • De in het eerste lid bedoelde vermindering is gelijk aan het bedrag dat tot de belasting die zonder de toepassing van dit besluit volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verschuldigd zou zijn, in dezelfde verhouding staat als het rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland staat tot het noemerinkomen. De vermindering kan, met inachtneming van de verminderingen volgens andere regelen ter voorkoming van dubbele belasting, niet meer bedragen dan de belasting die zonder de toepassing van dit besluit volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verschuldigd zou zijn.
    3
  • Indien de belastingplichtige niet het gehele jaar binnenlands belastingplichtige is, wordt voor de in het tweede lid bedoelde vermindering het naar tijdsgelang herleide rendement, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, van de rendementsgrondslag in het buitenland over de periode dat hij in Nederland woonde in aanmerking genomen. Gedeelten van kalendermaanden worden hierbij verwaarloosd. Als noemerinkomen geldt de som van het naar tijdsgelang herleide noemerinkomen over de periode dat de belastingplichtige in Nederland woonde en het naar tijdsgelang herleide belastbare inkomen uit sparen en beleggen in Nederland over de periode dat hij niet in Nederland woonde.
    5
  • Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
    • a.het rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland: het bedrag dat tot het voordeel uit sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, in dezelfde verhouding staat als het op de voet van artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bepaalde rendement van de bezittingen in het buitenland na vermindering met het op de voet van dat lid bepaalde rendement van de schulden in verband met die bezittingen staat tot het op de voet van artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bepaalde rendement berekend over de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
    • b.het noemerinkomen: het belastbare inkomen uit sparen en beleggen.
    6
  • In afwijking van het vijfde lid, wordt, indien het inkomen van een belastingplichtige hoofdzakelijk uit een Mogendheid afkomstig is en die Mogendheid bij de belastingheffing van het inkomen de persoonlijke- en gezinssituatie van de belastingplichtige volledig in aanmerking neemt, of op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehouden is de persoonlijke- en gezinssituatie volledig in aanmerking te nemen, het noemerinkomen vermeerderd met de op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in het jaar in mindering gebrachte persoonsgebonden aftrek. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een Mogendheid, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die als zij een zodanige lidstaat zou zijn, gehouden zou zijn om op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de persoonlijke- en gezinssituatie volledig in aanmerking te nemen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.