Indien het buitenlands inkomen uit werk en woning uit een Mogendheid – berekend met inachtneming van de overbrenging per Mogendheid volgens artikel 11 – negatief is, wordt het voor de toepassing van de vermindering van artikel 10 aangemerkt als negatief bestanddeel van het buitenlandse inkomen uit werk en woning van het volgend jaar uit die Mogendheid. De inspecteur stelt het naar het volgend jaar over te brengen negatieve buitenlands inkomen uit werk en woning vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.