Responsive image

Artikel 1.58

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 1.58

    1
  • Een houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau stelt binnen zes maanden na de registratie, bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, voor elk door hem geëxploiteerd kindercentrum of gastouderbureau een oudercommissie in die tot taak heeft hem te adviseren over de aangelegenheden, genoemd in artikel 1.60.
    2
  • De verplichting tot het instellen van een oudercommissie, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien:
    • a.de houder zich aantoonbaar voldoende heeft ingespannen om een oudercommissie in te stellen; en
    • b.het een kindercentrum, waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen, of een gastouderbureau, waarbij maximaal 50 gastouders zijn aangesloten, betreft.
    3
  • In de situatie, bedoeld in het tweede lid, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij de onderwerpen, bedoeld in artikel 1.60, eerste lid, biedt de houder de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie, stelt de houder voor die oudercommissie in dat geval een reglement vast en zijn artikel 1.59, tweede tot en met vijfde lid, en artikel 1.60 van overeenkomstige toepassing.
    4
  • De leden van de oudercommissie worden gekozen uit en door de ouders van wie de kinderen in het kindercentrum of door tussenkomst van het gastouderbureau worden opgevangen.
    5
  • Personen werkzaam bij een kindercentrum onderscheidenlijk gastouderbureau zijn geen lid van de oudercommissie van dat kindercentrum of gastouderbureau.
    6
  • De oudercommissie bepaalt haar eigen werkwijze.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.