- 1
- In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder kind: eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind.
- 2
- Als eigen kind wordt beschouwd het kind
-
- a.van de vrouw die op grond van artikel 198 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek als zijn moeder wordt aangemerkt;
- b.van de man die op grond van artikel 199 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek als zijn vader wordt aangemerkt;
- c.van de man die op grond van artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek verplicht is bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding, tenzij het kind reeds op grond van artikel 199 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek als eigen kind van een andere man wordt aangemerkt;
- d.van de man wiens biologisch vaderschap door middel van DNA-onderzoek is vastgesteld, mits de man het kind feitelijk in relevante mate onderhoudt en het kind niet reeds tot een andere man in een familierechtelijke vaderschapsrelatie staat;
- e.van de man die na toepassing van Nederlands internationaal privaatrecht tot het kind in een familierechtelijke vaderschapsrelatie staat.
- 3
- Als pleegkind wordt beschouwd het kind dat als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed.
- 4
- Bij ministeriële regeling kan worden bepaald in welke gevallen een kind met een pleegkind wordt gelijkgesteld.