Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 24 en 24c is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 24d
Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 24 en 24c is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.