- 1
- De in artikel 54, eerste lid, bedoelde zorgverzekeraars, instanties en personen zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek binnen een bij dat verzoek genoemde termijn, uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administratie, aan elkaar, aan een daartoe door of vanwege hen aangewezen persoon of aan een door Onze Minister aangewezen persoon, kosteloos, de gegevens, waaronder persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de zorgverzekeringen of van deze wet.
- 2
- Een zorgverzekeraar en het CAK verlenen op verzoek van het Zorginstituut dan wel van de zorgautoriteit aan door het desbetreffende instituut aangewezen personen inzage in alle bescheiden en andere gegevensdragers, stelt deze op verzoek ter beschikking voor het nemen van afschrift en verleent de terzake verlangde medewerking, voor zover het desbetreffende instituut dit nodig acht voor de uitoefening van zijn taak.
- 3
- Onze Minister is bevoegd zorgverzekeraars en zorgaanbieders, ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens het eerste lid, een aanwijzing te geven betreffende de verstrekking van gegevens die het CAK voor de uitvoering van zijn taak, bedoeld in artikel 49, aanhef en onderdeel a, nodig heeft.
- 4
- Indien een zorgverzekeraar of een zorgaanbieder niet binnen vier weken aan een aanwijzing als bedoeld in het derde lid voldoet, is Onze Minister bevoegd een last onder dwangsom op te leggen.
- 5
- Alle ambtenaren tot afgifte van uittreksels uit registers van burgerlijke stand bevoegd, zijn verplicht aan een in artikel 54, eerste lid, bedoelde zorgverzekeraar of instantie de door deze gevraagde uittreksels uit de registers kosteloos toe te zenden.
- 6
- Griffiers van colleges, geheel of ten dele met rechtspraak belast, verstrekken op verzoek, kosteloos, aan een zorgverzekeraar, aan het CAK, aan het Zorginstituut of aan de zorgautoriteit alle gegevens, inlichtingen en uittreksels uit of afschriften van uitspraken, registers en andere stukken, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet door de zorgverzekeraar of het desbetreffende instituut.
- 7
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste of tweede lid.