In de in artikel 73, eerste lid, van de Verordening bedoelde gevallen wordt een Europese coöperatieve vennootschap met statutaire zetel in Nederland door de rechtbank op verzoek van een belanghebbende dan wel op verzoek van het Openbaar Ministerie ontbonden. Alvorens de ontbinding uit te spreken kan de rechtbank de vennootschap in de gelegenheid stellen de geconstateerde gebreken binnen een door haar te bepalen termijn op te heffen.