- 1
- Een beroepspensioenfonds richt zijn organisatie zodanig in dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt.
- 2
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het eerste lid. De regels hebben in ieder geval betrekking op:
-
- a.het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfrisico’s;
- b.integriteit;
- c.de soliditeit van het beroepspensioenfonds, waaronder wordt verstaan:
- 1°.het beheersen van financiële risico’s; en
- 2°.het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het beroepspensioenfonds kunnen aantasten;
- d.het beheersen van de financiële positie over de lange termijn door periodiek een haalbaarheidstoets te maken.