Met betrekking tot een toestemming tot overbrenging als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel c, die is verleend vóór 1 januari 2019, wordt de periode van overbrenging, bedoeld in artikel 28, tweede lid, in afwijking van dat lid geacht aan te vangen op het tijdstip van de aanvang van de eerste fysieke overbrenging na 31 december 2018 met toepassing van die toestemming.