Teneinde zo veel mogelijk evenwicht te bereiken tussen de S&O-afdrachtverminderingen en het hiervoor in de rijksbegroting opgenomen bedrag, kan bij regeling van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, onder overeenkomstige aanpassing van dit artikel, met ingang van 1 januari van enig jaar:
- a.het in artikel 23, derde en vierde lid, eerstvermelde percentage worden verhoogd tot ten hoogste 25, worden verlaagd, dan wel op nihil worden gesteld;
- b.het in artikel 23, derde en vierde lid, laatstvermelde percentage worden verhoogd tot ten hoogste 33,5, worden verlaagd, dan wel op nihil worden gesteld;
- c.het in artikel 23, zevende lid, vermelde percentage worden verhoogd tot ten hoogste 46, worden verlaagd, dan wel op nihil worden gesteld.
De nieuwe percentages gelden met betrekking tot S&O-verklaringen die betrekking hebben op een periode die aanvangt op of na de dag waarop de wijziging in werking treedt.